De full color hoofdkaart toont de ligging van alle 58 kolenmijnen met hun spooraansluitingen in de Belgische Kempen, Nederlands Zuid-Limburg en het gebied rond Aachen die alle hebben geput uit hetzelfde kolenbekken. Dit aantal is inclusief mijnen die in 1955 al waren gesloten of nooit opengingen. Een voorbeeld hiervan is de Staatsmijn Beatrix te Vlodrop die wel werd gebouwd maar nooit in de bedrijf ging. Het getoonde gebied wordt in het noorden bij Weert begrensd, in het zuiden door Visé (B), in het westen Mol (B) en het oosten door Jülich (D). Naast de mijnen toont de kaart de stand van alle openbare spoorlijnen (inclusief openbaar smalspoor) met een aantal stations ter oriëntatie, de mijnspoorwegen, kolenhavens en kolenrangeerterreinen. Ook grensstations voor het kolenvervoer en de concessies voor 13 bruinkoolgroeves bijna alle in Nederland zijn aangegeven. In zwart/wit staan op de achterzijde 9 detailkaartjes van de voormalige Nederlandse mijnspoorwegen en hun relatie tot NS trajecten. Zij geven samen een goed beeld van hoe de kolentreinen moesten manoeuvreren alvorens ze naar de klant konden vertrekken. Als extra zijn het vergrote rangeerterrein van ON I Heerlen anno 1965 en het tracé van de vergeten vooroorlogse kolentram Roermond-Maasbracht-Roosteren opgenomen.
