Als je niets doet met een weiland, een akker of zelfs een stad, dan verschijnt er na verloop van de tijd vanzelf een bos. Wat voor soort bos hangt af van bijvoorbeeld de grond (zand of klei) en de waterhuishouding (nat of droog). Ecologen onderscheiden vijftien verschillende soorten bossen.
Honderd jaar geleden was er in Nederland nauwelijks bos, omdat alle grond gebruikt werd voor de landbouw. De afgelopen eeuw is er veel bos bijgekomen en zijn er weer volop bossen om in te wandelen.
Nederland is qua grondsoort en waterhuishouding bijzonder gevarieerd. Er zijn daardoor heel erg veel verschillende soorten bossen te vinden. Daar moet je wel naar op zoek, want het overgrote deel van de Nederlandse bossen is begin 20e eeuw aangeplant op arme zandgronden.
In 'De mooiste boswandelingen van Nederland' neemt bossenkenner Jan Ensing ons mee door Nederland langs de verschillende bostypologieën. Hij laat in deze gids zien wat de kenmerken zijn van de verschillende bostypologieën, hoe ze zijn ontstaan en zich ontwikkelen.
Jan Ensing (1964) groeide op in de bosrijke Achterhoek waar hij hutten bouwde in het bos en een blijvende verwondering over de natuur heeft opgedaan. Naast zijn studie natuurtechniek in Wageningen en zijn werk als ecoloog heeft hij ontelbare wandelingen gemaakt door bossen in binnen en buitenland. Graag deelt hij zijn favoriete wandelingen en fascinatie over ecologie en geschiedenis van bossen met anderen.
